Mijn Fietstocht naar Santiago de Compostela

Mijn naam is Wim Morsink. Op dit moment ben ik (nog) 58 jaar oud en woonachtig in Eibergen in de Gelderse achterhoek. Ik ben getrouwd en heb een dochter, een schoonzoon en een prachtig kleinkind. Sophie. Ik zal Wilma (mijn vrouw), Elles (onze dochter), Ronald (onze schoonzoon) en Sophie (ons prachtige kleinkind) tijdens mijn tocht zeker missen.

Mijn foto
Naam:
Locatie: Eibergen, Netherlands

23 augustus 2005

De Derde Dag in Santiago (22 augustus 2005)

Ik ben vanmorgen even in het centrum geweest.
Toen ik het plein voor de kathedraal liep heb ik 2 jonge Duitsers ontmoet die ik een week geleden ook al eens ontmoet heb.
De jonge dame had toen last van haar knie, maar ze heeft het gehaald !
Ze vonden het erg leuk dat ik er was. Heb ze wegwijs kunnen maken en heb ze naar het pelgrimskantoor gebracht en op hun fietsen gepast. Toen alles afgehandeld was hebben wij gegevens uitgewisseld. Weer een leuke ervaring.

Terwijk ik daar sta te wachten komt er een wat ouder Duits echtbaar binnen. Dit echtpaar heb ik ontmoet tussen Melida en Azurgo. Ze zagen er wat hopeloos uit omdat ze geen pension konden vinden om te overnachten. Ik heb ze toen geadviseerd een taxi te bellen of een auto aan te houden en zo naar Azurgo te gaan.
Dat hebben ze ook gedaan en zijn dus vandaag ook gearriveerd.

Als ik terug richting hotel ga, kom ik een Belgische man met zijn dertienjarige zoon tegen. Gisterenavond heb ik met die 2 gegeten.
Als ik eindelijk onderweg ga richting hotel ontmoet ik na 2 kilometer Karl Graf, die ik op de Cruz de Ferro heb ontmoet.
Dat was die Karl, die hardlopend onderweg is naar Santiago voor de kinderen in Ghana. Hij is blij mij te zien en vraagt of ik de weg weet. Ik besluit om samen met hem hardlopend de laatste twee kilometer af te leggen en heb hem zo de weg naar de Kathedraal gewezen.
Hij wilde er om 12 uur zijn om de mis bij te wonen maar was te laat.
Hij had zich vanmorgen verslapen en was ook al een beetje te laat voor een interview dat door de Spaanse TV vanmorgen isopgenomen.
En weet je wie de tolk was? Eberhard, die Spaans spreekt, die ik ook al verschillende keren ontmoette.
Na vanochtend weet ik zeker dat toeval niet bestaat!
Ik ben samen met Karl op het plein geweest en heb met zijn camara foto's van hem gemaakt, ook is er een foto van ons samen gemaakt. De foto's van hem komen in een Duitse krant, en ik heb ze mogen maken.
Daarna zijn wj de Kathedraal bnen gegaan omdat hij graag de mis bij wilde wonen.
Het blijkt dat de hoofdingang gesloten is, gelukkg wist ik een zij-ingang waar we naar binnen konden.
De Kathedraal zit afgeladen vol.
We weten ons echter naar een plaats te manoevreren begeven waar hij een goed zicht heeft op het altaar.
Daar neem ik, in stilte, afscheid van deze zeer bijzondere man.
Het was voor mij een voorrecht de laatste kilometers met hem samen af te leggen.
Als we terug zijn zullen we kontakt met elkaar opnemen.

Zoals het er nu voor staat ga ik met de bus van CycleTours terug naar Nederland.

De opstapplaats is Logrono (ruim 500 km van Santiago). Ik denk er aan een auto te huren en daar naar toe te rijden.
De bus vertrekt op zaterdagavond omstreeks 21.30 uur en kom aanin Utrecht op zondagavond omstreeks 18.15 uur.
Ik hoop dan zondagavond tussen 20.00 en 21.00 uur thuis te zijn.

22 augustus 2005

De Tweede Dag in Santiago (21 augustus 2005)

Deze foto is gemaakt met de web-cam die hier op het plein hangt, ik sta voor de fontein.

Was een heerlijke dag gisteren, dit vergeet je nooit meer.
Iedereen, die het kan, zou dit eens in zijn leven moeten ondernemen.

Nu eerst over iets anders; de weblog.

Toen het plan om een pelgrimstocht naar Santiago te maken vastere vormen begon aan te nemen bood mijn broer Jan aan om gedurende de reis een weblog bij te houden.
Nog voor ik vertrok is hij hiermee begonnen en wist een prachtige pagina te ontwerpen waarop gedurende mijn tocht iedere dag een bijgewerkt reisverslag kon worden gezet.
Toen ik vertrok zag het er allemaal al prachtig verzorgd en professioneel uit.
We spraken af dat ik iedere dag een e-mail zou zenden met het verslag van de dag. Vervolgens zou Jan de weblog bijwerken.
Het was dankzij mijn Orange M500 mogelijk iedere dag een e-mail sturen (De M500 is een combinatie van pda en telefoon).
Op wat aanloopproblemen na, heeft het perfect gewerkt.
Iedere dag lag ik ongeveer een uur tot anderhalf uur op bed om het verslag te schrijven met een aanwijspennetje op zo'n klein toetsenbordje.
De letters dansten je op een gegeven moment voor je ogen.
Als ik het verslag klaar had werd het verzonden naar Jan,dan begon zijn werk.
Eerst de route op de kaart zoeken.
Als de route in kaart gebracht is is moeten er nog foto's bij.
Jan dook het internet op en zocht net zolang totdat hij passende plaatjes had gevonden.
Hij mailde mij onlangs dat hij meer van Spanje heeft gezien dan ik en dat wil ik graag geloven.
Uren en uren is er gesurfd om het juiste materiaal bij elkaar te krijgen en dan moest de pagina nog worden opgemaakt en mijn tekst worden verwerkt, ook dat heeft veel tijd en inspanning gekost en dat elke dag opnieuw.

Als ik de volgende dag de pagina ging downloaden zag ik steeds weer een prachtig verslag vaak met foto's die ik ook zelf heb gemaakt. Het zag er steeds weer verzorgd uit.
Als ik straks thuis ben heb ik bovendien een prachtig document van mijn tocht.
Een prachtige herinnering.

Hetgeen op internet staat is slechts een impressie van iedere dag die ik heb meegemaakt.
Er is zoveel meer te vertellen maar dat is niet mogelijk. Het is niet onder woorden te brengen je moet het echt 'beleven'.
Voor mij blijven alle prachtige herinneringen, die ik zo spoedig mogelijk met mijn omgeving hoop te delen.

Ik ga nu bezig de terugreis (nee, niet per fiets)te organiseren.
Het is hier erg druk en het zal nog een hele kluif worden.

Maar dat horen jullie nog wel.

20 augustus 2005

De Zevenendertigste Dag (21 augustus 2005)

Vanaf het moment dat ik vanmorgen wakker werd ben ik al bezig met mijn aankomst.
- Je staat met dat vreemde gevoel op dat je je einddoel vandaag bereikt
- Je kunt je er geen voorstelling van maken.
- Je doet je fietskleding aan
- Je denkt 'de laatste keer deze reis'.
- Je tuigt je fiets op.
- Je ontbijt en stapt op de fiets en weer diezelfde gedachte.
- Je 'moet' nog 40 km.

Het gaat heuvel op en heuvel af, best zwaar eigenlijk dat laatste stuk, maar je voelt het niet meer. Je wilt er graag zijn.
Op de borden langs de weg tellen de kilometers voor je gevoel veel te langzaam af.
Je rijdt door een prachtige bosrijke omgeving maar je krijgt het amper nog mee.

Dan plotseling het geluid van een opstijgend vliegtuig.
Langzaam en statig wordt er een vliegtuig zichtbaar dat zojuist is opgestegen van het vliegveld in Santiago.
Ik ben bijna bij het vliegveld en dus ook bij Santiago.

Er volgt nog een een zwaar stuk, het maakt niet meer uit ik kom er toch ondanks alles.
Weer een bord 'Santiago 4 km'.
Ondanks alle kilometers die je hebt afgelegd denk je 'zo ver nog?'.
Je wilt er graag zijn.
Dan, na die laatste klim achter de top, je eerste blik op Santiago, een warm gevoel bekruipt mij en ik probeer mijn opwellende emoties onder controle te houden.
Door deze toestand vergeet ik bijna foto's te maken van de ' stad die ik bedwongen heb'.
Van verre zie je bord met 'Santiago' al staan, ik heb de stadsgrens bereikt.

Nog een foto en dan door naar het centrum. Dat is best nog wel nog een behoorlijk stuk maar het oude deel van de stad nadert snel.
Ik zie de Kathedraal al, nu het plein nog. Na even zoeken rij ik het plein op. Duizenden mensen en veel pelgrims.
Nu kan ik mijn emoties niet meer in bedwang houden en laat de tranen van blijschap en voldoening de vrije loop.
Ik ben niet de enige, velen met mij die ook net zijn aangekomen laten hun emoties de vrije loop.
Het eerste wat ik nu ga doen is Wilma bellen, Elles neemt op en ik kan haar overmand door emoties vertellen dat ik er ben.
Als ik Wilma spreek kan ik nog weinig uitbrengen en zeg dat ik later terug zal bellen.
Wat een speciale 52.000 minuten, 866 uren, 37 dagen.
Eigenlijk is het heel eenvoudig, ik heb het gehaald
De route naar Santiago is vele malen belangrijker dan Santiago zelf.
Wat heb ik veel gezien, meegemaakt, doorstaan, overwonnen en genoten.
Ik heb vele interessante mensen ontmoet en contacten gelegd.
Van alles gaat weer door je heen.
Maar boven alles; wat heb ik Wilma, Elles, Ronald, Sophie, de familie en bekenden gemist.Ondanks het feit dat mij nooit alleen heb gevoeld miste ik alles en iedereen wel. Dit alles gaat door je heen.
Na een minuut of tien in gedachten te zijn verzonken gaat het weer.
Tijd voor een foto. Mensen genoeg. Ik ga op zoek naar een fontein op de Plaza de Paterias, daar moet een web-cam hangen.
Ik heb mijn broer Jan gebeld om te zeggen dat ik er was. Hij heeft me gezien maar het beeld niet vast kunnen leggen, geloof ik.
Ik ga door naar het officiele pelgrimskantoor om mijn Credencial de Perigrino, met al de mooi stempels, te laten verzilveren en de Oorkonde op te halen.
Wat een drukte, na anderhalf uur is het eindelijk mijn beurt en kan ik de oorkonde in ontvangst nemen.
De Oorkonde heb ik direct laten plastificeren en in een koker meegenomen.
Tot mijn grote verrassing zijn Eberhard en Reinhard er ook, we hebben heerlijk gelunched.
Het is nu tijd voor een hotel.
Er zijn hier veel hotels maar allemaal erg duur.
Ik ben weer op de fiets gestapt en richting vliegveld gereden, daar vindt ik een bugettair haalbaar hotel.
Kamer met bad en...het hotel heeft een zwembad.
Morgenvroeg ga ik de terugreis organiseren, maar nu eerst in bad.
Morgen meld ik me nog eens met een vervolg.

Vanmorgen ben ik om ongeveer 11.30 uur in Santiago de Compostella gearriveeerd.

De zesendertigste Dag (20 augustus 2005)

Toen ik vanmorgen opstond realiseerde ik me dat dit de laatste volledige fietsdag zou worden. Dat is toch een beetje een vreem gevoel.
De fietsdag is in 35 dagen tijd toch een beetje een gewenning geworden.
Morgen nog een stukje van ongeveer 40 kilometer en dan heb ik mijn einddoel bereikt en is er een eind gekomen aan een schitterende trektocht door Nederland, Belgie, Frankrijk en Spanje.

Morgen dus naar de plek waarvoor ik het allemaal deed.
Eigenlijk kan ik het me niet voorstellen maar dat zal ik morgen dus ervaren.
Ik vind het fijn om op zondag aan te komen, waarom weet ik niet, dat is gewoon gevoelsmatig.

De dag van vandaag begon erg koud, ik heb dan ook gedurende de eerste uren mijn fleecejack aangehad.
Eigenlijk ook de eerste dag dat ik blij was dat er na 3 km al geklommen moest worden, kon ik mijzelf een beetje warm fietsen.
Het was vandaag een beetje een saaie dag en heb dan ook weinig meegemaakt eigenlijk. In totaal heb ik vandaag 92 km bij elkaar gefietst.
Na de twee achterliggende dagen was ik toch wel toe aan een dag met iets minder klimmen. Nou vandaag dus mooi niet, het was weer een moeilijke etappe met veel berg op.
Ik heb de kilometers eens bij elkaar opgeteld. Van de 92 km fietsen moest ik vandaag toch nog ongeveer 40 km bergop worden gefietst, waarvan EEN klim meer dan 12 km lang was.
De omgeving ziet er weer anders uit. Ik kan het het beste omschrijven als een beetje Ardennen-achtig met Oostenrijkse accenten.
Veel groen en veel bossen. Mooi om doorheen te fietsen.
Van Samos ben ik eerst naar Sarria gegaan en vervolgens naar Portomarin, toen door naar Palas de Rei.
Aangekomen in deze plaats, heb ik besloten door te fietsen naar Melide en daar een hotel te zoeken.
Mooi niet dus, slecht één hotel maar geen plek.
Ik heb toen besloten de grote weg te volgen richting Arzúa in de hoop onderweg een hotel te vinden.
Dat voelt toch niet lekker, je hebt je er op ingesteld om de stoppen en je moet nog steeds door over een weg die alleen maar klimt en soms een beetje daalt.
Dat doet op alle fronten pijn, vooral mentaal. Uiteindelijk zal blijken dat ik tot Arzúa moet doorfietsen om een overnachtingsplaats te vinden.
Vlak na weer zo'n zware zag ik eindelijk een 'Hostal' en ze hadden nog plek ook.

Morgen wordt het dus een erg bijzondere dag. Ik ben erg benieuwd hoe die zal verlopen, ik kan me er geen voorstelling van maken.
Maar fantastich zal het zijn, zonder twijfel!!

Ik hoop dan ook morgen na de middag in Santiago de Compostella aan te komen.




Met een beetje geluk kunnen jullie mij zien op de webcam die aanwezig is de Plaza de Praterias live! (Klik op Plaza de Praterias)
Om 22.00u wordt de webcam meestal uitgeschakeld wegens te donker buiten maar dan hoop ik toch wel gearriveerd te zijn.

Tot morgen

19 augustus 2005

De Vijfendertigste Dag ( 19 augustus 2005)

Hoe dichter ik bij Santiago de Compostella hoe lekkerder ik mij ga voelen.
De reis begint nu echt op te schieten, nu nog 135 km te gaan.
Vandaag heb ik 86 km afgelegd.

De rit van vandaag staat in het teken van de laatste beklimmingen.

De Cebreiro en De Alto de Poio moeten worden bedwongen.
Ik ben daarom vanmorgen om 8 uur vertrokken uit Ponferrada.

Vanacht ben ik echt geschrokken.
Ik was net goed en wel ingeslapen toen ik wreed wakker gemaakt werd door een enorme knal.
Ik zat opeens rechtop in mijn bed. Chaotisch vliegen allerlei situaties door je heen; een aansalg, explosie, aardebeving?
Als ik naar het raam ren om te zien wat er aan de hand is, zie ik dat op het plein schuin tegenover het hotel een grote menigte staan.
Als ik op mijn horloge kijk zie ik dat het pas middernacht is, ik heb het gevoel al uren geslapen te hebben.

Plotseling herhalen de knallen zich en het hele plein is kort verlicht, gracieus, in een vloeiende beweging, kruipen allerlei vuurpijlen naar boven om dan met een luide knal uit elkaar te spatten.
Het licht laat duidelijk de conturen van de gebouwen in de directe omgeving zien. Steeds weer veranderen de gebouwen van kleur om dan weer op te lossen in het nachtelijk duister.

Vanuit mijn raam op de eerste etage vroeg ik de hoteleigenaar, die voor het hotel stond te kijken, er aan de hand was. Hij vertelde dat het vandaag een regionale feestdag is dat dan traditiegetrouw een vuurwerk wordt afgestoken.
Na ongeveer een kwartier was de rust teruggekeerd en kon ik mijn slaap hervatten.

Toen ik vanmorgen vertrok was het opnieuw koud. Maar dat was maar van korte duur.
Ik had net even de tijd om in te fietsen of de eerste klim diende zich al aan voor Villafranca.

Stevig klimmetje is het. Vanaf Villafranca loopt de weg geleidelijk op, steeds weer de snelweg A6 kruisend richting Ambasmestas. De snelweg hier is volgens mij nieuw en kent diverse hoge overspanningen en viaducten. Bouwtechnisch kunnen ze er hier wat van. Vanaf Ruitelán begint het serieus te worden het traject is vanaf hier continue tussen de 6 en 7%. Tot aan Castro dan wordt het 8 tot 9%.
Vanaf Puerto Pedrifata wordt het echt serieus de weg loopt nu 9 tot 10% op.het verradelijke van deze klim is dat naarmate de afstand vordert het stijgingpercentage toeneemt. Oftewel naar mate de vermoeidheid toeneemt, neemt ook het sejigingpercentage toe.
Op het laatste stuk naar Cebreiro kraakt alles, je ketting, het stuur waaraan je steun zoekt en je botten.
Alles gaat pijn doen, je benen, je armen, je rug.

Ik ben mensen voorbij gereden (ja, ja) die van vermoeidheid de fiets in de berm wierpen en er uitgeput bij neervielen.

En bij Cebreiro denk je dat het bijna gedaan is (ik zit nu op 1300 meter), nee hoor we dalen even kort en dan meteen de Alto Poio er achteraan, nog een paar kleine afdalingen en weer omgoog, uiteindelijk bereik je de top. Volkomen gesloopt strijk je op een terras neer.


Ik vond het de moeilijkste beklimming van deze reis omdat het stijgingpercentage alleen maar oploopt en er is geen moment waarop je je benen even kunt ontspannen daarnaast stond er een forse tegenwind, die maakte de beklimming nog eens extra zwaar.
De kick is echter dat ik deze klim, in totaal 42 kilometer lang, in zijn geheel fietsend heb afgelegd.
Dat geeft aan de top, hoe kapot je daar ook aankomt een erg voldaan gevoel.
Dan eindelijk een afdaling. Een snelle over een brede weg.
Jammer dat er zo'n sterke, vlagerige wind staat. Maar goed de elementen hebben we niet in de hand.
Vanmorgen bij het vertrek had ik me al voorgenomen om door te fietsen naar Samos en daar te overnachten.
Waarom? Wilma en ik hebben hele fijne herinneringen aan het Griekse eiland Samos.
Hier hebben we samen een onvergetelijke vakantie doorgebracht. Ik ben dus weer in Samos, dit keer (jammer genoeg) zonder Wilma !In Samos is het weer direct raak in hotel Victoria is een plekje voor me.
Ik bestel een pilsje en kom al snel in gesprek met Rudy, een Oostenrijker die te voet onderweg is van Oostenrijk naar Santiago.
Hij heeft deze route al meerdere keren gefietst en loopt de Camino nu. Rudy is ernstig ziek geweest, had keelkanker.
Hij is er van overtuigd dat het sporten, fietsen en lopen, een grote bijdrage heeft geleverd om deze ziekte te overwinnen.
Prachtig toch zo'n instelling en dit soort mannen.
We hebben afgesproken contact te houden en elkaars foto's per e-mail uit te wisselen zodra we weer thuis zijn.
Het was al met al een dagje behoorlijk zwoegen en doorwerken.
Na de douche en een pilsje maakt de vermoeidheid plaats voor tevredenheid .
Al met al was het weer een mooie.
Kan me bijna niet voorstellen dat ik over een dag of twee Santiago heb bereikt en dat het eind van deze bijzondere tocht zo langzamerhand in zicht komt!!

Tot morgen.

07 augustus 2005

De Vierendertigste Dag (18 augustus 2005)

Gisterenavond ben ik vroeg naar bed gegaan. Vandaag belooft het een zware dag te worden. Ik moest dus vroeg uit de veren.
Toen ik even voor acht op mijn fiets stapte kon ik nog niet vermoeden dat dit de mooiste fietsdag uit mijn leven zou worden.
Om te beginnen wilde ik nog enkele foto's maken in Astorga van de mooie kathedraal en het bisschoppelijk paleis daar. Het mooie ochtendlicht was me hierbij behulpzaam.

Dan richting de Cruz de Ferro.
Het is fris, de eerste kilometers zelfs koud, maar als de weg begint op te lopen krijg je het toch warm.

Achteromkijkend zie je contouren van Astorga geleidelijk in de diepte wegzakken. De weg loopt nu nog geleidelijk op naar Castrillo de Polvazares (963 m)
dan naar El Ganso (1030 m). El Ganso is zo'n klein schilderachtig oud dorpje. Vanzelfsprekend even een foto gemaakt. De omgeving is werkelijk schitterend. Bossen en dan weer fascinerende vergezichten.
Ik klim lekker door naar Rabanal (1150 m).
In Rabanal is een mooie Auberge, gerund en onderhouden doorhet Engelse genootschap van Saint James, een mooi initiatief toch. Ik klim door naar Foncebadon. Het weer is voortreffelijk en het is bepaald een voorrecht om hier te mogen fietsen. Het is echt hooggebergte, diep in de dalen zie je kleine dorpjes liggen. Ik moet regelmatig even van de fiets om een plaatje te schieten. Ik kan de klim nog steeds goed aan.

In Foncebadon zit ik al op een hoogte van 1440 meter. In de jaren tachtig woonde hier nog slechts een herder, maar in 2000 bouwt een pionier hier een bar/alberque.
Op deze hoogte heerst in de winter hier Koning Winter met sneeuw en ijzige kou.
Het is een bijzondere sfeer daar, er zijn veel pelgrims maar ook andere toeristen.
Het uitzicht is hier werkelijk onbeschrijvelijk mooi.
In de verte kun je de top zien van de mythische Toleno. Ongelooflijk mooi. Kan me bijna niet voorstellen dat ik dit punt op eigen kracht heb bereikt.

Ik kom tijdens mijn colaatje aan de praat met twee Ierse mensen. Het blijken de twee tijdelijke beheerders te zijn van de alberque in het lager gelegen Rabanal.
Na een kort gesprek zet ik mijn tocht voort ik ben er immers nog niet.
Er volgt nog een zeer steile klim van 10 tot 14%.

Je voelt duidelijk kuit- en bovenbeenspieren, dit is het allemaal meer dan waard.
De laatste klim doet echt pijn, maar ik ga het halen.
Het weer, dat hier ook snel kan omslaan, is prachtig. Strak blauwe lucht en hierboven ongeveer 20°, perfect dus.
Na nog even zwoegen zie je het eenvoudiige ijzeren kruis op een boomstam dat de top markeert.

Een gevoel van tevredenheid, ontspanning en geluk maakt zich van je meester.

Het is hier te mooi om waar te zijn.

Het is een symbolische plek op de Camino.
De reizigers werpen hier een 'last' van zich af door het werpen van een steen.
Op de grote hoop aan de voet van de staak. Maar meer dan alleen maar stenen. De staak is omhangen met sjaals, petjes, shirts, hoofddoeken en ik weet al niet meer.
Aan de voet ook niet alleen stenen, maar alle mogelijke reliquien; schoenen, foto's, gedichten, naamplaten etc.
Maar ook fietspetten, fietskettingen, binnenbanden, buitenbanden te veel om op te noemen. Mijn steen, die ik twee dagen op mijn fiets heb meegenomen ligt er nu ook, compleet met naam en datum. Deze steen zal ook voor de eeuwigheid deel uitmaken van deze, misschien wel meest, symbolische plek van de Camino, een vreemd gevoel.

Als ik nog maar net boven ben hoor ik 'hallo Wiem'.
Het zijn Eberhard en Reinhard, die ik al eerder ontmoette, dat is in ieder geval prettig voor de foto's, maar meer dan dat.
Iedereen die hier aankomt beleeft min of meer hetzelfde. Zij beleven het net als ik.
Even later komt ook Karl Graf boven.
Dit is heel bijzonder, Karl was ik in de klim al voorbij gereden. Hij liep hard bergop. Ik dacht dat is iemand die even zijn spieren anders wil gebruiken.
Maar nee hoor Karl is op de fiets van Kleve naar de Pyreneen gereden.
Heeft daar zijn fiets gestald en is vervolgens, hardlopend, onderweg naar Santiago.
Hij legt meer dan 50 km per dag af met een minimum aan bagage.
Het is een sponsortocht voor de arme kinderen in Ghana. Hij heeft een plaquette bij zich dat hij hier moet achterlaten en ontvangt hiervoor 70 euro. in ons bijzijn plaatst hij de plaquette plateau op de hoge berg met stenen.
Geweldig! Wat een wereldprestatie levert deze Karl!!

Na dit indrukwekkende gebeuren moeten we deze bijzondere plek verlaten.
Eerst een afdalingtje en dan nog weer een forse klim voordat de echte afdaling kan beginnen. Hier heb je een adembenemend uitzicht op de vallei van El bierzo.
De grote stad Ponferrada ligt als een nietig stipje in de diepte. Ik schreef al eens dat ik mij 'boven de wereld' heb gefietst. Maar dit? Echt niet te beschrijven. Dan begint de lange afdaling.
Een gevaarlijke, met meer dan 15% omlaag.

Nu geen pijn in mijn benen maar nu in mijn handen van het remmen. Het is echt oppassen geblazen, maar wat een uitzicht!

Regelmatig gestopt om even een foto te maken. Dit maak je misschien nooit meer mee, zo mooi.
Na een aantal kilometers een klein dorpje Acebo, oud maar schilderachtig mooi. De afdaling gaat door naar Riego de Ambros. Eberhard en Reinhard zijn er ook en we besluiten samen te lunchen.
Maar eerst met sandalen en al een verkoelend voetbad in een riviertje.
Heerlijk en gezellig gelunchd. Toen door naar Ponferrada en dan richting Villafranca.

Ik besluit te stoppen als ik een klein hotelletje zie. Er is plek in hostal Corde de Lemos.
In totaal 68 km afgelegd, misschien niet de meeste maar zeker de mooiste en meest imponerende in mijn leven!!
Wat een dag! En morgen nog zo een!


Morgen meer

De Drieendertigste Dag (17 augustus 2005)



Door een technische storing is het verslag iets later.


Gisteren na het douchen ben ik nog lang met mijn gedachten bij het gebies Tierra de Campos geweest.
De dag van gisteren heeft op de een of andere manier heel veel indruk op me gemaakt.

Ik denk nog steeds dat ik best tevreden mag zijn met mijn eigen prestatie, maar wat ik gisteren heb ervaren is uniek.
Wat hebben die mensen een doorzettingsvermogen.
Hier moet toch een drive achter zitten die weer voor iedere deelnemer verschillend zal zijn.

Gisteren bij het binnenrijden van El Burgo Ranero ontmoette ik twee Duitsers op de fiets onderweg van de Pyreneen naar Santiago.
Na een kort gesprek vervolgden we onze weg.
Zij wilden doorfietsen naar León.
Een van hen ontmoette ik echter opnieuw in Mansilla, ze hadden León niet gehaald omdat Eberhard Schneider een slag in zijn wiel had gereden.
De fiets was is bij een fietsenmaker ter reparatie. Hij moest een uur wachten.
Samen zijn we naar een cafeetje gegaan om iets te drinken, dat was erg gezellig.
We hebben veel informatie en ook de kaartjes uitgewisseld, erg interessant. Hij woont in Bad Sückingen en is leraar op een Hochschule. Hij nodigde Wilma en mij van harte uit eens naar hem toe te komen om ervaringen uit te wisselen. Dat moeten wij zeker doen.
Hij heeft mij toegezegd het verslag van zijn reis, in de vorm van een Powerpointpresentatie via e-mail toe te sturen.

Vanmorgen ben ik na de dagelijkse rituelen richting León geleden.
Het landschap wordt steeds meer glooiend en ik heb nu de wind tegen. Dat wordt weer werken geblazen.
Het binnenrijden van Leon is een geweldige ervaring. Al van verre zie deze grote stad in het dal liggen.
In een lange afdaling zoef je er naar toe. Omdat het zo een prachtige stad is besluit ik maar eens de tourists te zijn. Heb de tijd genomen om deze stad te bezichtingen. De prachtige Kathedraal en andere bezienswaardigheden. In korte tijd ontmoette ik zo ongeveer de hele wereld; Twee Japanners, een Canadees, een Amerikaan, een Mexicaan (werkte bij Akzo-Nobel in Mexico en was al eens in Sassenheim geweest).
Ik werd waarschijnlijk steeds aangesprokenomdat door de stad liep met mijn fiets aan de hand en dat baarde waarschijnlijk opzien.
Dat was een tegenvaller, men was meer in mijn Koga geinteresserd dan in mij.
Vol bewondering werd mijn fiets geobserveerd en velen wilden er graag een foto van maken hetgeen ik natuurlijk prima vond. Een aantal keren moest ik er zelf op gaan zitten.

Onderweg heb ik dit fenomeen ook al een aantal keren meegemaakt.
Het leek er wel op alsof ik een bezienswaardigheid op zich was. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het ook nog leuk vond ook.
Na twee uurtjes León en weer een onverwachtte ervaring rijker gaat de rit door richting San Martin en Hospital de Orbigo naar Astorga.
Dan weer op en dan weer even af, maar meer op dan af.
Een stukje training voor de dag van morgen, dan moet de Cruz de Ferro (1500 meter), door middel van een moeilijke klim, worden bedwongen.
Het binnenrijden van Astorga lijkt op het binnenrijden van Leon allen moet er in Astorga een klim van 13% worden gemaakt om het centrum te bereiken.

Hier vind ik redelijk snel een hotel 'Hostal Restaurante Coruña'.

Nu voorbereiden op de lange zware dag van morgen. De dag waarop ik op mijn 'super Koga' de Cruz de Ferro ga overwinnen!!

De Tweeendertigste Dag (16 augustus 2005)

Laat ik vandaag eens cijfermatig beginnen.
Vandaag afgelegd 98 kilometer. De afstand tot Santiago is (nog maar) 379 kilometer.
Tot op heden heb ik 2584 km gefietst.
De trouwe volgers van deze site zullen snel een rekensommetje gemaakt hebben en komen dan uit op 2962.
In het begin heb ik gezegd dat het totale kliometrage 2902 zou bedragen.
De verklaring is heel eenvoudig, ik ben ook wel eens, zoals jullie hebben lezen verkeeerd gereden, vandaar.
Het gemiddeld per dag is 80,74 km.
Als je de rustdag niet meetelt dan is het 83,4 km per dag.
Het aantal foto's dat ik gemaakt heb is 289.

Nu over naar de feiten van vandaag.
Zoals jullie weten ben ik geen vroege vertrekker en heb vandaag dan ook deze traditie niet verbroken.
Het is opnieuw goed fietweer, er staat wel wat wind, maar deze heb ik mee.
Het ziet er naar uit dat dit (gelukkig) de hele dag zo zal blijven.
Het gemiddelde tempo ligt hoog, dat komt o.a. omdat er weinig klimmen zijn. Wel wordt ik een aantal keren getrakteerd op vals plat.

De eerste stad die ik vanmorgen bereik is Carrión les Condes.
Het gaat uitstekend daarom besluit ik om na Carrión een routevariant te volgen die over de wandelroute van de Camino gaat (de Opportunist!).
Ik wil ook wel eens ervaren hoe het is over de wandelpaden te fietsen die door duizenden pelgrimgangers per jaar wordt gevolgd richting Santiago.


Ik wil toch ook graag zien en ervaren hoe dit is.
Het is een slechte weg om te fietsen natuurlijk en dat gaat ongeveer 18 km duren.
Allemaal kiezelsteen en keien je hoort en voelt ze onder de banden wegspringen.
Slingerend, de grote keien ontwijkend, zoek ik mijn weg op dit pad.Onvoorstelbaar hoe ver je voor je uit kunt kijken.
Ik begin me af te vragen wat dit voor de wandelende Pelgrim betekent.

Je kijkt eindeloos voor je uit, in de verte zie je de contouren van een klein dorp en het lijkt alsof je niet dichterbij komt. Er is nagenoeg geen schaduw, links en rechts onafzienbare vlaktes gemaaide korenvelden.

Ik haal veel pelgrims in.
Velen van hen hebben de knieen ingezwachteld en lopen moeizaam met hun bagage door de hete velden.
Velen met een handdoek over hun hoofd om zich te beschermen tegen de felle zon.
Velen zie je lijden als je ze voorbij rijdt.
Als ik dit zie borrelt zo nu en dan een schuldgevoel in me op omdat ik op de fiets ben.
Goed, ik heb het fietsend natuurlijk ook moeilijk, maar dan op mijn manier.

Als ik dit zo zie denk ik dat zij het zwaarder hebben dan ik.
Onder een enkele boom verzamelen ze zich om even bij te komen om vervolgens de tocht strompelend met ongetwijfeld stramme spieren de reis weer voort te zetten.

In de verte loopt een persoon, als ik dichterbij kom zie ik dat het een vrouw met bepakking is die dapper voortstappend haar einddoel Santiago wil bereiken, ik schat haar een jaar of zestig (nu is schatten niet mijn sterkste punt).
Ik informeer hoe het gaat en of ik iets voor haar kan betekenen.
Alles is OK en ze heeft niets nodig. Ze verteld dat zij uit Denemarken komt en daar in april (!) is vertrokken.
Dan valt mijn prestatie toch in het niet bij wat deze mensen presteren.
Opeeens schiet mij het volgend gedicht (gebed) te binnen dat iedere pelgrim op zijn tocht met zich mee neemt:

Heilige Jacob in mij:
Wees ons nabij tijdens onze tocht
wees onze gids tijdens de kruispunten
wees onze moed bij vermoeidheid
wees beschermer bij gevaar
wees beschutting op de Camino
wees schaduw bij warmte
wees licht in de duisternis
wees bevestiging van onze voornemens.

Wat een respect heb ik gekregen voor al die pelgrims die te voet onderweg zijn naar MIJN einddoel!
Uiteindelijk komt er na 18 km, nog helemaal onder de indruk, een eind aan dit pad.

Ik vervolg de rit over een goed wegdek.
Naast deze weg loopt het wandelpad van de Camino met steeds weer die wandelaars.
De weg die ik berijd is onafzienbaar lang, er lijkt geen einde aan te komen.
Opnieuw vraag ik me af hoe je dit als wandelaar beleeft.
Ik moet aan Frans Beutler denken die ik in Vezelay ontmoette, hij moet dit alles nog doorstaan en overwinnen. In gedachten wens ik Frans alle sterkte, suces, doorzettingsvermogen en gezondheid toe om dit te overwinnen.

Mijn tocht gaat voort richting Sahagún.
In hoog tempo. De weg is glooiend maar redelijk vlak.
Ik blijf ze zien die wandelaars, die zich door de hitte van de dag vechten.

Van Sahagún naar Mansilla de las Mulas, mijn eindpunt van vandaag.
Ik vind snel een klein naamloos pensionnetje.
Het is nog maar drie uur in de middag, een korte dag, maar toch 98 kilometer gereden.

Na het douchen gaan nog steeds mijn gedachten terug naar de 'echte' pelegrinos.
Ik heb vandaag erg veel respect voor hen gekregen in ieder geval en ben ontzettend blij dat ik vanmorgen besloten heb een deel van deze route te fietsen.

Chapeau voor alle wandelende pelegrino's op deze route!!

Tot morgen .

De Eenendertigste Dag (15 augustus 2005)

Vanochtend ben ik vertrokken uit Arlanzón richting Burgos.

Het begon goed vandaag eerst een afdaling en vervolgens een vlakke weg, met de wind in de rug.
Hier merk ik dat ik echt sterker ben geworden, het gaat nu probleemloos.
Ja natuurlijk ik heb gemakkelijk praten maar ik rij toch mooi met 30 km per uur richting Burgos.

Burgos is een grote stad maar het is er opvallend rustig.
Vandaag, 15 augustus, is het Maria Hemelvaart, en heel Spanje is vrij.
Het centrum van Burgos is prachtig met haar oude gebouwen en zijn overweldigende Kathedraal.In de Kathedraal heb ik mijn stempel gehaald.

Ik verlaat Burgos met een behoorlijke klim en kom door allerlei gehuchtjes die slaperig en dromerig in de zon liggen.
Het zijn stuk voor stuk prachtige kleine plaatsjes en ieder plaatsje is op haar manier weer uniek.
Je kunt merken dat Spanje vrijaf heeft , ik kan nergens een adres ontdekken om iets fris te kopen.

Het wordt dus leven op water.


Misschien het enige bekende punt zijn misschien de bogen van San Antón Castrojeriz, deze duiken plotseling in het landschap op. Er is ook een Auberge, een heel bijzonder sfeertje toch.
De Camino leeft echt in Spanje in bijna ieder dorp word je toegeroepen 'Bueno Camino', de routes staan goed aangegeven.
Hoe dichter je bij Santiago komt hoe meer het gaat leven lijkt het. Van San Anton naar het eindpunt van vandaag Frómista, een klein maar aardig stadje gelukkig, een klein pension 'Marissa' en er is ook weer plek.

Weer zo'n mooie dag waarop ik wederom lekker heb doorgefietst.


Vandaag 104km op de teller, niet slecht met deze hitte.

O ja, ik fotografeerde nog een bord onderweg.


Waarom?

Kijk maar!


Er staat op aangegeven; Santiago 475 km.





Inmiddels dus nog ongeveer 470.

Dat was een lekker moment, maar er komen nog twee zware dagen aan!

Tot Morgen

De Dertigste Dag (14 augustus 2005)

Nou feesten kunnen ze in Spanje ook! Misschien niet goed maar in ieder geval wel lang.
Gisterenavond was er tot laat in de ochtend veel harde muziek op het plein tegenover het hotel.
Er speelde een Spaanse rockband, niet mooi maar wel goed hard.
Ondanks alles ben ik overal doorheen geslapen en heb er dan ook weinig last van gehad.
Toen ik vanmorgen om 7 uur wakker werd, werd er nog steeds gefeest, alle kraampjes waren nog open en de jeugd vierde nog massaal feest.
Dit is zelfs met carnaval in Nederland ondenkbaar.

Als ik op weg ga naar een Panaderia,om te ontbijten, is het uitkijken geblazen.
De straat ligt bezaaid met kapot gegooide bierflessen. Het ziet groen van het Heinekenglas.
Om 08.30 uur ga ik op pad. Ik moet omzichtig te werk gaan op mijn fiets om geen lekke band op te lopen en niet tegen aangeschoten jeugd te rijden.
Dit is toch wel een aparte ervaring als je 's morgens op de fiets stapt.

De rit gaat vandaag opnieuw door een prachtige omgeving.
De Camino voor fietsers slingert zich dpor het landschap. Vandaag ga ik eerst richting Nájerra, weer zo'n prachtige stad.
Na Najara ga ik weer de 'binnenlanden'in en kom door plaatsjes als Cárdenas, Villar de Torre, Cirueña naar Sto. Domingo.
Dan via Tormantos naar Belorado. Het gaat goed vandaag.
Had ik voor twee dagen terug Indurain te pakken nu is Delgado aan de beurt.
Het fietst hier verrassend gemakkelijk, ik denk dat het komt omdat je hier meer gestaag klimt.
Onderweg heb me zitten te bedenken dat ik eigenlijk niet meer moet zeggen dat IK een slechte dag heb, maar dat ik een slecht PARCOURS heb.
Met mij gaat het eigenliijk nog steeds goed. Natuurlijk kan het per dag verschillen maar over het geheel genomen lig ik goed op koers en voel ik mij er goed bij.

Van Belorado gaat het weer richting Tosantos. In Tosantos doe ik iets fout, even niet opgelet denk ik. In plaats van rechtaf ga ik rechtdoor. Ik kom er achter als ik in Villafranca ben. Ik sta voor de keuze om deze weg te volgen en later weer op de route te komen of terug te fietsen.
Doorfietsen betekent dat ik over de Puerto de la Pedraja, een pas van 1150 meter moet. Toch kies ik hiervoor omdat de route ook via het andere traject op ongeveer 1000 meter eindigt.
Een mooie klim volgt, steeds tussen de 6 en 7% maar deze kan ik goed aan en ik bereik de top zonder al te veel moeite. Boven een fotootje gemaakt van het bord en de fiets. Ik weet dat er als beloning geen lange afdaling zal volgen omdat ik de komende dagen op deze hoogte zal blijven fietsen.
Maar een beloning krijg ik toch. Ongeveer 3 km na de top staat er in de middle of nowhere een spiksplinter nieuw hotel.
Kijken of ze plek hebben en of het binnen het budget valt. Beide is het geval!
Ik heb mijn fiets aftuigd en ben direct naar de kamer gegaan.
Alles is er nieuw en erg modern en airco op de kamer, heerlijk.
In de badkamet zit een heerlijke hypermoderne massagedouche met 2 douchekoppen en allerlei sproeiers. Wat een weldadig gevoel, loon naar werken heet dat.

Toen op mijn fietscomputer keek schrok ik van de afgelegde afstand van vandaag, 111.5 km. Dat is andere koek!!
Deze jongen gaat daarom maar eens eerst een heerlijk massagebad nemen.

Morgen zien we verder!

Klik HIER voor het weer van morgen.